De anatomie van de stem en hoe deze werkt: van 2 naar 1!
Het is moeilijk om stemgebruik in kaart te brengen als je niet in je keel kunt kijken en zien wat er gebeurt als je een bepaald geluid maakt. Dus door de jaren heen hebben zangleraren en stemcoaches veelal woorden gebruikt om te communiceren hoe je slim geluid kunt maken.
Tegenwoordig kunnen we met behulp van de wetenschap zien wat er anatomisch gezien gebeurt wanneer je spreekt en zingt. Weet dat we nog steeds niet alles over de stem weten en dat methodes gebaseerd zijn op onderzoek naar stemmen die de onderzoekers als goed en gezond achtten.
Als vocalist dien je iets te weten over je stemmechaniek, zodat je nog beter weet wat je gewoontes en neigingen zijn die je stemgebruik hinderen, en wat dus de op korte termijn de te verbeteren technische punten betreffen. Uiteraard volstaat een basiskennis. Hierdoor kun je gemakkelijker je progressie monitoren, wat ook je motivatie ten goede komt!
Functies van het strottenhoofd
Het strottenhoofd heeft 4 functies:
Ademen: het laat lucht in de longen komen;
Geluid creëren;
Slikken: wanneer je slikt wordt het strottenhoofd omhoog getrokken;
Bescherming: verhindert het binnendringen van vreemde voorwerpen in de longen.
Als vocalist zijn we uiteraard gefocust op het klankgedeelte, het spraakkanaal. Laten we het dus eerst hebben over de stemspieren, voorafgaand aan ademhaling en voorafgaand aan de uitlijning van het geheel.
De stembanden, of stemplooien (wat een nauwkeurigere benaming is eigenlijk), zijn gehuisvest in de larynx (gewoonlijk het strottenhoofd genoemd). Laten we eens kijken naar de intrinsieke spieren. Deze spieren veranderen de positie, lengte en spanning van de stemplooien. Zodoende kunnen ze diverse klanken, op diverse toonhoogtes produceren.
Spieren van de stem
Er zijn 5 gepaarde spieren aan elke kant van het strottenhoofd:
TA - ThyroArytenoid
LCA – Laterale CricoArytenoid
PCA - Posterieure CricoArytenoid
CT - CricoThyroid
IA - Interarytenoids
De TA – ThyroArytenoid
De thyroarytenoid spier ligt binnenin en loopt over de gehele lengte van de stemband. Deze spieren vormen de bulk van de stemplooien. Ze verkorten de stemplooien waarbij het arytenoid kraakbeen (waaraan het achterste uiteinde van de stemplooien bevestigd zit) naar het schildkraakbeen (voorste) uiteinde te trekken. Dit verkort de stemplooien en maakt ze dikker, waardoor ze langzamer trillen, waardoor de toonhoogte daalt.
De LCA – Laterale CricoArytenoid
De laterale cricoarytenoid spier brengt de stembanden van een open (ademhalings)positie samen naar een gesloten positie ter voorbereiding op het maken van geluid.
De PCA – Posterieure CricoArytenoid
De PCA (posterieure cricoarytenoid-spieren) bevinden zich aan de achterkant van het strottenhoofd. Ze openen de stembanden om te ademen. Het effect van samentrekking van deze spieren kan worden gevisualiseerd als precies het tegenovergestelde effect van de samentrekking van de LCA-spier.
De CT – CricoThyroid
De CT - cricothyroid-spier bevindt zich aan de buitenkant van het strottenhoofd, net onder de huid. Het schildkraakbeen draait / kantelt naar voren bovenop het ringkraakbeen wanneer de CT-spier samentrekt. We noemen dit de cricoid-tilt. Het gevolg van dit kantelen is dat de stembanden worden uitgerekt. Voor de vocalist leidt deze stretch van de stembanden tot het falset-, of kopstemregister. Door de spanning van de CT kunnen we ook met minder inspanning onze stem veilig verheffen.
De IA – InterArytenoid
De interarytenoid spieren houden de stembanden in een gesloten positie nadat ze zijn samengebracht door de LCA-spieren voor stemvorming.
Balans tussen TA & CT: van 2 naar 1 stem
In het kort: als de stembanden samen en vrij kunnen trillen in een luchtstroom, maken ze geluid. We hebben in principe 2 spieren die toonhoogte uitvoeren. Met name het lage gedeelte van het stembereik gebruikt de TA en het voornamelijk hoge bereik gebruikt de CT. Dat gezegd hebbende, er is een gedeelte in ons bereik waarbij je wilt dat de twee spieren (kunnen) samenwerken. Vaak wordt dit gebied de ‘stembreuk’, of ‘Passagio’ genoemd.
Goed om te weten is dat de stem over meerdere stembreuken/Passagi beschikt. Er is geen echter geen sprake van een ‘breuk’. Rond Eb/E’s, Ab/A’s, over ons gehele bereik, wordt verondersteld dat de stemplooien uitgedund worden. Ze worden een klein beetje opgerekt. Als je deze stretch wilt voorkomen blijf je of (in vergelijking met het schakelen in een auto) in de eerste versnelling en laat je de motor flink wat toeren maken (te veel TA), of je laat los en eindigt in ‘neutraal/stationair’ (falset, kopstem, welke CT dominant is).
Om goed te kunnen zingen mogen de stembanden niet te dik of te dun zijn. Ze moeten over het hele bereik ‘precies goed’ zijn.
Als ze te dik zijn (meestal in borststem, of het einde van het borststembereik), zal er spanning rond de stem ontstaan.
Als ze te dun zijn (meestal bij het overgaan in de hoofdstem) kan er een zogenaamde ‘stembreuk’ ontstaan.
De meeste zangers besteden het grootste deel van hun training aan het leren van een soepele overgang tussen het gebruik van deze twee (CT en TA) spieren. Oefeningen en (tijdelijke!) sounds die deze setting onder andere promoten zijn: SOVT-oefeningen, ‘twang’ (verveeld/zeurend zingen), een ‘snikje’ (‘cy‘).
Je stem trainen op gevoel: resonantie & ‘vocal bridges’
Omdat dat we nu meer weten over de werking van de stem kunnen we deze veel gerichter trainen. Het blijft het fijn om het trainen van de stem nog steeds op gevoel te doen. De termen borststem, mix en kopstem krijgen echter nu een veel duidelijkere betekenis. Ze betreffen akoestische gewaarwordingen, als gevolg van aanpassingen van de stemplooien. Terwijl je zingt, kun je de trilling die je stemgebruik veroorzaakt voelen. Terwijl je hoge, of lage noten zingt, voel je deze trilling misschien op en neer bewegen in je keel en/of spraakkanaal.
Wat je voelt is de 'resonantie' - in wezen de trilling van het geluid dat rond stuitert in de holtes van je mond, keel, neus en borst. Deze beweging van de ene plaats naar de andere - bijna van het ene lichaamsdeel naar het andere - wordt vaak een brug (‘vocal bridge') genoemd. Een brug is beter dan een pauze in je geluid, omdat een overbrugging per definitie is verbonden en daardoor beter gecontroleerd kan worden. CT (de ‘stemstretcher’) en TA (de krachtpatser/’stemverdikker’) werken hierbij dus samen.
Als resultaat van correct zingen door een dergelijke overbruggingsgebied, wordt de resonantie gevoeld als een stijging in het spraakkanaal. Het beweegt van de borst, in de mond, achter het zachte gehemelte en in het hoofd. Dit leidt ertoe dat het geluid van beneden naar boven wordt gecontroleerd, gelijkmatig en verbonden - zonder pauzes, breuken, spanning of merkbare veranderingen in toon/timbre (tenzij stilistisch gewenst natuurlijk).
Getraind, maar niet overtraind, of saai
Net als een goed getrainde atleet zou een gezonde stem in staat moeten zijn om meer te doen, voor langere tijd, met meer stilistische opties beschikbaar, meer flexibiliteit, meer kracht, een interessantere toon, minder hinderlijke spierspanning, minder onstabiliteit, en uiteindelijk natuurlijk ook fijner zijn om naar te luisteren.
Stilistische veranderingen in toon - b.v. flips, jodels, falset, twang, distortion, enz. - kunnen indien nodig natuurlijk altijd worden toegevoegd. We hebben je graag bij het vinden en trainen van de setting van jouw wensen, die wordt ondersteund door een balans waardoor de inspanning afneemt en het rendement toe!
Tot slot
Heb je vragen over deze blog, of voorstellen voor een komende blog? We horen zeer graag van je. Contact opnemen doe je gemakkelijk via het online contactformulier op deze site. Lesafspraken plan je gemakkelijk in via het online boekingssysteem. Nieuwe klanten bieden we de mogelijkheid om, voorafgaand aan een volledige eerste sessie, online kennis te maken. Dit online kennismakingsgesprek duurt 15 minuten en vindt online plaats. Je plant jouw gratis online kennismakingsgesprek ook gemakkelijke in via de online agenda.
Op jouw succes!
Much love,